Wat zijn de beroepen in de Onderwijs Branche waar jij voor kan kiezen?



Wat zijn typische beroepen in de Onderwijs branche?

Binnen de onderwijsbranche wordt er verschil gemaakt tussen basis-, middelbaar en hoger onderwijs. In het onderwijs zijn drie soorten werkzaamheden te onderkennen die hier worden behandeld.

  • Les geven (leerkracht; docent/leraar/ onderwijzer)
  • Leiding geven (Schoolmanagement)
  • Ondersteuning  (Ondersteunend personeel)

Beroepen in het Onderwijs;
lesgeven, leidinggeven en Ondersteuning

Ondersteuning

Het beroep van onderwijsondersteuner kan op twee niveaus worden uitgevoerd. Het ene niveau wordt bereikt door het volgen van een opleiding tot onderwijsassistent of klassenassistent aan een ROC. Voor het tweede, hogere, niveau betreft een associate degree-programma voor lerarenondersteuner. De Associate degree (Ad) is een nieuwe landelijke erkende tweejarige hbo-opleiding, een deelprogramma van de hbo-bacheloropleiding. Als je de opleiding hebt afgerond, ontvang je het diploma Associate degree (Ad). Je hebt dan een diploma tussen mbo-4 en hbo-bachelorniveau in.  De opleiding is bijzonder geschikt voor mensen die praktisch zijn ingesteld. Tijdens de studie werk je veel aan  praktijkprojecten, vaak samen met andere studenten.

Je kunt Ad-programma's volgen in de volgende studierichtingen: economie, techniek, gedrag en maatschappij, landbouw en natuurlijke omgeving, taal en cultuur, gezondheidszorg en onderwijs.

Personen die aan de vooropleidingseisen voor een hbo-opleiding voldoen, kunnen binnen een aantal lerarenopleidingen in twee jaar de titel associate degree behalen. Als zij willen, kunnen zij daarna in twee jaar (de resterende jaren van het bachelorprogramma) de onderwijsbevoegdheid behalen.

Hoe word je onderwijsassistent?

Voor de functie van onderwijsassistent gelden (nog) geen wettelijke bekwaamheidseisen. Wel is een mbo-niveau gewenst. Met een vmbo-diploma (kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde leerweg of theoretische leerweg) of met een overgangsbewijs van klas 3 havo/vwo naar 4 havo/vwo kun je een opleiding tot onderwijsassistent volgen bij een Regionaal Opleidingscentrum (zie www.roc.nl). Je krijgt dan beroepsgerichte vakken, zoals pedagogische begeleiding, begeleiding van onderwijsprocessen en didactische ondersteuning. Binnen de ROC’s zijn er twee opleidingen tot onderwijsassistent: een opleiding op niveau drie, als onderdeel van de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk, en een opleiding op niveau vier, de opleiding ‘Onderwijsassistent’. Via de laatstgenoemde opleiding kun je doorstromen naar een opleiding in het hoger beroepsonderwijs.

Leren en werken combineren is een andere optie. Je werkt dan als onderwijsassistent in een school, terwijl je tegelijkertijd de zogeheten duale opleiding volgt tot leraar basisonderwijs. Sommige lerarenopleidingen basisonderwijs (pabo’s) bieden deze opleidingen aan. Op www.vereniginghogescholen.nl (de site van alle hogescholen) kun je die pabo’s vinden.

Welke opleiding moet ik volgen om als lerarenondersteuner aan de slag te kunnen?

Om als lerarenondersteuner aan de slag te gaan, moet je een associate degree behalen. Dit is een 2-jarige studie die onderdeel uitmaakt van de hbo-bacheloropleidingen tweedegraads lerarenopleiding. Met een associate degree kun je als lerarenondersteuner aan de slag of doorstromen naar een hbo-lerarenopleiding om zo uiteindelijk je onderwijsbevoegdheid te behalen.

Om toegelaten te worden tot de associate degree-opleiding moet je een MBO-niveau 4 opleiding hebben afgerond of over een Havo- of Vwo-diploma beschikken.

 

Leiding geven

Leidinggeven in het onderwijs is een uitdagende functie.  Door toenemende verantwoordelijkheden sta je als schoolleider voor belangrijke  inhoudelijke, organisatorische en strategische keuzes. Leraar, lerarenteam, leidinggevende en bestuur bouwen samen aan een lerende cultuur waarin doorlopend wordt gewerkt aan verbetering van de onderwijskwaliteit. Nieuwe mogelijkheden om het onderwijs te verbeteren, zoals via betere inzet van ICT, worden omarmd. Belangrijk daarbij is dat de leraar voldoende professionele ruimte heeft en interessante ontwikkelmogelijkheden en carrièreperspectief, zoals specialisaties, onderzoek of coaching.  De schoolleider is hierbij cruciaal: effectieve schoolleiders houden hun bekwaamheid bij en zorgen voor een opbrengstgerichte leercultuur in de school. Dat vergt veel van een schoolleider maar mensen helpen om te excelleren, onderwijspersoneel en leerlingen,  geeft veel voldoening.

Primair onderwijs

Elke dag gaan meer dan anderhalf miljoen kinderen naar de basisschool of het speciaal onderwijs: dat is bijna 1 op de 10 inwoners van Nederland. De verzamelnaam voor deze vormen van onderwijs is primair onderwijs. Hier zetten kinderen hun eerste stap in het leren op school. Ze leren er rekenen, schrijven, omgaan met elkaar en nog veel meer.

In het primair onderwijs zijn er verschillende leidinggevende functies. Je kunt adjunct-directeur of directeur van een school worden. Of bovenschools directeur met verantwoordelijkheid over meerdere scholen. Als directeur van een basisschool opereer je als integraal manager. Dat betekent dat je eindverantwoordelijk bent voor beleidsvoorbereiding en -uitvoering en dat je de dagelijkse gang van zaken coördineert. Het beleid ligt op het gebied van onderwijskunde, organisatie, huishouding, personeelszaken en financiën.

Scholen in het primair onderwijs kunnen behoorlijk verschillen in grootte. Van 50 tot 500 leerlingen. Uiteraard heeft de omvang van de school invloed op de aard van je werkzaamheden.

Meer informatie over primair onderwijs zie Basisonderwijs

Lesgeven  (Leraar, docent)

Weinig beroepen zijn zo afwisselend als dat van leraar. Je geeft les, bent coach, bereidt lessen voor, houdt je vak bij, overlegt met collega's, kijkt proefwerken na, praat met ouders, organiseert excursies en werkt met computers. Je hebt leuke en verbazingwekkende leerlingen, slimmeriken en kinderen die meer hulp nodig hebben, aandoenlijke pubers en verwende kleuters: wie leraar wordt, verveelt zich geen moment. Een leraar of docent brengt kennis en/of vaardigheden over op leerlingen of studenten. Leraren kunnen breed scala aan basisvaardigheden overbrengen op een klas, bijvoorbeeld in het basisonderwijs. Ze kunnen ook gespecialiseerd zijn in een bepaald vak en hierin diverse klassen onderwijzen op middelbare scholen of specifieke vaardigheden overbrengen op (individuele) leerlingen, zoals koken of drummen.

Als je de Lerarenopleiding Basisonderwijs (Pabo) hebt afgerond kun je aan de slag als leraar op een basisschool. Je geeft les aan kinderen in groep 1 tot en met 8. Daarnaast heb je veel andere taken: je praat met ouders, je schrijft rapportages over de kinderen en je neemt deel aan vergaderingen.

Je doet veel praktijkervaring op tijdens je stages. Je maakt dan ook echt deel uit van een team. Zo leer je de scholen goed kennen. Jaarlijks wissel je van stageplek, waardoor je nuttige contacten opdoet.

Ben je nog niet uitgestudeerd na de Pabo? Dan kun je verder studeren, bijvoorbeeld door de Master Special Educational Needs (SEN) te volgen. Deze master kun je volgen naast je werk. Natuurlijk kun je je ook verder ontwikkelen door korte cursussen over rekenen, lezen of pedagogisch handelen te volgen.

Beroepen buiten de basisschool

Door je brede theoretische en praktische kennis zijn er ook mogelijkheden buiten het basisonderwijs. Soms kun je gelijk naar een functie solliciteren, soms is er werkervaring of een cursus voor nodig. Voorbeelden van functies buiten het basisonderwijs zijn:

  • leraar in het voortgezet onderwijs
  •  leraar in het volwassenenonderwijs
  •  specialist in het begeleiden van kinderen die extra aandacht nodig hebben, zoals hoogbegaafde kinderen of kinderen met ADHD of faalangst
  • trainer bij bedrijven en instellingen

Let op: Het aantal leerlingen in het basisonderwijs neemt af, waardoor het aantal fulltime banen afneemt.

Docenten gespecialiseerd in een bepaald vakgebied tref je ook aan in het Middelbaar en Hoger Beroepsonderwijs en op Universiteiten. Op Universitair niveau zijn lessen (colleges) vrijwel altijd heel theoretisch terwijl het HBO theorie en praktijk combineert en op het MBO praktijk (naast theorie) erg belangrijk is.  Naast zijn specialisme is het soort instelling dus erg bepalend voor de functie van een Leraar, evenals het soort leerling of student. Deze verschillen niet alleen in leeftijd, maar ook in aantal en achtergrond. Soms zullen zij speciale aandacht en/of speciale lessen nodig hebben. Geschiedenis geven in gebarentaal is immers weer heel anders dan lezen met dyslecten.

Docenten werken niet alleen op scholen, maar kunnen ook actief zijn als zelfstandige (muziekles, huiswerkbegeleiding) of werkzaam zijn bij een commerciële organisatie die cursussen aanbiedt. Ook hier geldt dat de vaardigheden zowel theoretisch (inleiding kunstgeschiedenis) als praktisch (keramieken) van aard kunnen zijn en verschillende doelgroepen kennen.

Vaak houdt het werk van Leraren niet op bij het overbrengen van kennis. Op scholen voor lager en voortgezet onderwijs houden zij bijvoorbeeld idealiter de algemene ontwikkeling en het welzijn van leerlingen in de gaten. Ze kunnen optreden als vertrouwenspersoon en adviseren, ze zijn coach en motivator en treden op als opvoeder en corrigeren. Zo creëren zij optimale voorwaarden en de ideale omgeving  voor kennisoverdracht.


Keer terug van Onderwijs beroepen naar de Onderwijs Branche
Keer terug naar Talentenbranche