Ontdek én ontwikkel jouw talent!

Studie,- en huiswerk tips!
Op basis van diverse wetenschappelijke bevindingen 



Hoe vaker je van omgeving wisselt tijdens de studie, des te scherper en langduriger je het geleerde onthoudt. Wissel het moment van de dag waarop je studeert, Verander de manier waarop je het lesmateriaal aanpakt: door het te lezen of te bespreken met anderen, op een computer in te typen of over te schrijven, voor de spiegel voor te dragen of het te bestuderen terwijl je naar muziek luistert. Dat zijn stuk voor stuk andere ‘leeromgevingen’ waarin je het lesmateriaal op een andere manier opslaat. Leren is een rusteloos proces dat dag en nacht door gaat. Onderzoek toont aan dat ‘diepe slaap’, die vooral in de eerste helft van de nacht plaatsvindt, de grootste rol speelt bij het onthouden van harde feiten – namen, jaartallen, formules, begrippen. Als je zit te leren voor  een proefwerk waarin het op onthouden aankomt (buitenlandse woordjes, namen en jaartallen, chemische structuren), is het beter om op tijd naar bed te gaan, de volle dosis diepe slaap binnen te halen en ’s ochtends vroeg op te staan om de boel nog even door te nemen. Maar de slaapstadia die helpen bij het ontwikkelen van motorische vaardigheden en creatief denken – in wiskunde, wetenschap of schrijven – doorloop je in de vroege morgen, kort voor het ontwaken. Als je je voorbereidt op een muziekuitvoering of een atletiekwedstrijd, of een toets waarbij je creatief moet denken, kun je dus beter wat langer opblijven en uitslapen. 

Belangrijker dan de hoeveelheid tijd is de manier waarop je die studietijd indeelt. Het is veel effectiever om je leer- of oefentijd op te delen – bijvoorbeeld in twee of drie huiswerksessies in plaats van alles in één sessie te concentreren. Als je bijvoorbeeld twee uur de tijd hebt om een Duitse les te leren, onthoud je daar meer van als je vandaag een uur studeert en morgen nog een, of – nog beter – een uurtje de dag daarna. Door die opdeling ben je verplicht het materiaal opnieuw door te nemen, op te graven wat je al weet en het opnieuw op te slaan – een actieve mentale stap waardoor je het gegarandeerd beter onthoudt. Drie sessies is nog beter, als je jezelf maar elke keer genoeg tijd gunt om echt diep in de materie te duiken. 

Je huiswerk er in stampen werkt prima als laatste redmiddel, om vaart te maken als je achterloopt en niet anders kunt. Het is tenslotte een beproefde methode. Het nadeel is alleen dat je na het examen een heleboel van wat je ‘geleerd’ hebt weer vergeet – als je je er überhaupt nog iets van herinnert. De reden is dat de hersenen een herinnering alleen sterker kunnen maken als deze eerst een beetje vergeten is. Wat dat betreft lijkt het geheugen op een spier: een beetje ‘afbraak’ helpt om later meer kracht te ontwikkelen. 

Jezelf overhoren is één van de beste studeertechnieken die er zijn. Of een vriend, collega of klasgenoot die je door de stof loodst. Jezelf overhoren werkt het best als het je dwingt het juiste antwoord uit meerdere mogelijkheden te kiezen en je onmiddellijk feedback krijgt, goed of fout. Jezelf (laten) overhoren werkt veel beter voor het onthouden en begrijpen dan de stof in evenveel tijd nog eens doornemen. Het kan bovendien op allerlei manieren. Een passage uit je hoofd opzeggen voor een collega of de spiegel is ook een manier om jezelf te overhoren. Of de stof aan jezelf uitleggen terwijl je door de keuken ijsbeert, of aan een collega of vriend tijdens de lunch. Zoals leraren vaak zeggen: ‘Je snapt een onderwerp pas echt als je er les over moet geven.’.

Bij een ‘beheersingsillusie’ heb jij de indruk dat je iets goed zult onthouden omdat je het nu goed weet. Die illusie dat je de stof beheerst ontstaat automatisch en onbewust. Als je alleen maar iets hebt onderstreept of overgeschreven, digitaal of op papier, heeft je brein het materiaal niet echt dieper tot zich laten doordringen. Onderstreepte stukken bestuderen en ze daarna – zonder te kijken – proberen op te schrijven zet je geheugen al wat harder aan het werk en is een veel effectievere aanpak dan nog eens overlezen of doornemen. Bovendien kom je er dan meteen achter wat je nog niet weet en dus nog een tweede keer moet doornemen.

Afleiding kan storen als je steeds geconcentreerd moet blijven, bijvoorbeeld als je naar een lezing luistert. Maar een korte pauze tijdens het leren – vijf, tien of twintig minuten om Facebook te checken, een paar e-mails te beantwoorden, de sportuitslagen op te zoeken – is volgens wetenschappers de meest effectieve leermethode die je een handje kan helpen als je bent vastgelopen. Als je jezelf wat afleiding gunt, kun je je onjuiste aannames loslaten, de aanwijzingen daarna met een frisse blik nog eens bekijken en mentaal opgekikkerd weer aan het werk gaan. Als je het probleem echt graag wilt oplossen blijft je geest er offline mee bezig terwijl je even pauze neemt, maar dan zonder dat jij de (starre, onproductieve) leiding hebt. 

Als we meerdere vaardigheden tegelijk en door elkaar heen oefenen, oftewel ‘interleaving’ toepassen, krijgen we die allemaal beter onder de knie. Dit geldt voor een breed scala aan vaardigheden en je kunt dat deel maken van je dagelijkse huiswerk- of oefenuurtje – bijvoorbeeld door een al gedaan wiskundeproefwerk nog eens opnieuw te doen, je gitaar pakken en nogmaals te spelen wat je een jaar geleden hebt geleerd of uiteenlopende kunststijlen te bestuderen als je kunstgeschiedenis moet leren. Zo’n vermenging helpt niet alleen als je de stof nog eens wilt doornemen, maar verscherpt ook je onderscheidingsvermogen. Bij een vak als wiskunde is dit enorm handig. Door verschillende dingen te oefenen of allerlei soorten vragen te maken – gewoon door er een of twee uit eerdere lessen tussendoor te doen– herinner je je niet alleen aan wat je eerder hebt geleerd, maar leer je ook hoe je verschillende soorten problemen het best kunt aanpakken.

Keer terug van Ontdek en Ontwikkel jouw manier van huiswerk maken naar Ontwikkel jouw talent 

Keer terug van Ontwikkel jouw talent naar Talentenbranche