Ontdek én ontwikkel jouw talent!



Wat is dat 'ergens oog voor hebben'?

Het brein leert niet alleen maar door piepkleine verschillen waar te nemen in wat het ziet, hoort, ruikt of voelt.  Zie onderstaand schema   Ik; mijn hersenen en mijn vriend(in). Het brein neemt ook waar om te leren. Het brein gebruikt de verschillen die het heeft ontdekt tussen vrijwel eendere, letters of figuren om daarmee nieuw en nog niet eerder gezien materiaal te ontcijferen. Dit noemen we perceptueel leren. De kern van dit leren is de zintuiglijke ‘gewaarwording’ van je reflexen, je instinctieve gedragsreacties en je tendenties. Dit laatste betekent de inwendige gewaarwording van bepaalde behoeften (= tendenties) bijv. honger. Perceptueel leren gebeurt actief. Onze ogen (of oren of andere zintuigen) zoeken de juiste aanwijzingen. Dit zoeken is een reflex, het gaat automatisch en het werkt zelfcorrigerend – het stelt zichzelf af. Het systeem werkt zo dat het de belangrijkste perceptuele kentekens vindt en de rest uitfiltert. Bijvoorbeeld honkballers zien alleen de bewegingsflitsen die van belang zijn om de baan van de geworpen bal in te schatten – en niets anders. De huidspecialist ziet in één oogopslag, aan de voor de leek niet waarneembare huidverkleuring, waar ‘het aan schort’. En dit zijn nog maar een paar visuele voorbeelden. Dit leren is veel omvangrijker omdat perceptueel leren van toepassing is op alle zintuigen: zicht, gehoor, reuk, smaak en tastzin. Perceptueel vaardiger worden gaat om het ontwikkelen van de zintuigen, zodat je ‘weet’ waar je naar kijkt zonder dat je hoeft uit te leggen waarom je dat weet. Dit wordt perceptuele intuïtie genoemd. In veel perceptuele omstandigheden is de beginneling in wezen blind voor patronen die de expert in één blik heeft leren zien.’ Naast perceptueel leren is er ook sensitief leren. Dit betreft het aanleren van affecties, neigingen, behoeften, gevoelens, emoties. En spiritueel leren dit betreft alle vormen van cognitief, d.i. associërend, onderscheidend en begripsmatig leren en het aanleren van ethische normen en waarden. Deze drie vormen zijn niet van elkaar los te koppelen ze beïnvloeden elkaar wederzijds. Vanuit ons brein gezien zijn dit drie vormen van informatieverwerking. Onderstaand zichtbaar gemaakt en uitgelegd in twee plaatjes (foto en schema). Kijk wat er, gedurende enkele milliseconden, in jouw hersenen gebeurt wanneer je onverwacht je vriend(in) aan ziet komen lopen op het treinstation. 


                                                           Foto; ‘blije hersenen’



Schema     Ik; mijn hersenen en mijn vriend(in)

In bovenstaand schema van de hersenen zien we bijvoorbeeld dat de emotie voorafgaat aan het denken. (fase 1-2) Ze 'kleurt' het denken. In de beide hersenhelften, gespiegeld als in het klokhuis van een doorgesneden appel bevindt zich de hippocampus. (Zie foto; ‘blije hersenen’) Zonder een functionerende hippocampus (Fase 2) kunnen mensen geen nieuwe, bewuste herinneringen aanleggen, ophalen en gebruiken (leren). (Fase 2-3). Het netwerk dat een specifieke herinnering vormt is geen willekeurige verzameling neuronen. Het omvat veel van dezelfde cellen die zich ontlaadden op het moment dat de specifieke herinnering (vriendschap=blijdschap) werd aangelegd. Het is alsof deze cellen zich hebben aaneengeschakeld omdat ze collectief getuige waren van deze ervaring. Het contactpunt tussen de cellen, de synaps, wordt dikker met ieder gebruik, waardoor signalen sneller (rond de 430 km/u) kunnen worden doorgegeven. 


Wat betekent dat eigenlijk inzicht in iets hebben? 

Wat gebeurt er eigenlijk van binnen als je vastloopt op een probleem – en daarna een doorbraak beleeft? 

Een incubatieperiode betekent het nemen van een pauze en die begint op het moment dat we vastlopen en niet langer direct aan een probleem kunnen én willen werken. Vaak nemen we vanzelf al langere pauzes – van een uur, een dag, een week of nog langer – als we aan een gecompliceerd project/keuzetraject werken. We doen regelmatig een stap naar achteren, niet alleen als we moe zijn maar vaak ook omdat we vastzitten. Hoe komen we los?

Het gaat hier om het ontwikkelen van aanpassingsvermogen. Dit betekent loslaten, flexibel zijn en ontspannen blijven. Het vermijden van vaste (leer) gewoonten wat conditionering en het vastzitten bevorderd. Optimaliseer het vermogen van je brein om zich aan te passen. Je ontwikkelt je aanpassingsvermogen als je:

  • Kunt lachen om jezelf.
  • Ziet dat er meer kanten aan de zaak zitten dan je had gedacht.
  • dingen op een andere manier bekijkt en daar blij om bent.
  • Je brein leert ‘bewegen’ 

Het betreft ook het ontwikkelen van een tweede vermogen; integratie. Het blijkt, zo hebben we gelezen, dat de mens ongeëvenaard is in zijn vermogen om bijna alles wat wordt waargenomen op te nemen én te integreren. Wanneer we deze twee vermogens, aanpassing en integratie combineren ontstaat wat ik navigeren noem.

Ons innerlijk kompas

Dit is de aandacht voor het vinden van manieren om de geest, én ons hart af te stellen. Dit afstellen gaat zowel bewust als onbewust. De aandacht wordt gericht op het verzamelen van een combinatie van externe waarnemingen en innerlijke gedachten. Dit innerlijke zoekproces is van doorslaggevende betekenis voor het keuzetraject waar je door heen gaat. Het is het afstellen van de geest op het eigen innerlijk kompas. Van tevoren weten we niet hoe die waarnemingen en gedachten eruit zullen zien. De ontwikkeling er van en de ‘samenklontering’ (aantrekkingskracht) die onze innerlijke kompasnaald naar een oplossingsrichting (aha!) laat wijzen heeft deels buiten onze directe en bewuste aandacht plaatsgevonden. Het ontdekken van deze ‘aantrekkingskracht’ én hoe hierop jouw kompas af te stellen is een leerproces. Een leerproces waar je een leven lang plezier van hebt.

Keer terug van Ontdek en ontwikkel jouw manier van leren naar Ontwikkel jouw talent

Keer terug van Ontwikkel jouw talent naar Talentenbranche